Hoe klein een klein kabouterland kan zijn


Hoe klein een klein kabouterland kan zijn

In het grote kabouterbos van Rotjeknor is er een gemor, want daar zaten een paar kabouters met hun handen in het haar, de opperkabouter van de mierenneukers van de Groene Labbekakkers (GL) vond de uitspraken van Kabouter Pastor raar.

Hij pikte het niet langer en diende een motie van wantrouwen in, wat meteen met gejuich door de wethouder kabouter Geluk werd begroet, deze was van het Chaotisch Domme Alternatief, (CDA), deze zijn namelijk voor vreemde trollen en mollen opperlief, want hij was die Pastor al jaren zat en spoog meteen vuur en vlam, maar Pastor werd echt niet bang.

Deze Pastor had namelijk de euvele moed gehad om in een parochie krantje te zeggen wat hij dacht, ook al was hem dat verboden, want in het kleine kabouterland met een grote haven aan de rand, mag je alles denken, maar vooral aan sociale mollen en trollen geen aandacht schenken, ook al ondergraven die mollen en trollen het mooie kabouterland, maar dat gaat de Groene Labbekakkers en het Chaotisch Domme Alternatief ver boven het verstand.

Dus men hanteerde de botte bijl en de grove kettingzaag om de stoelpoten van Kabouter Pastor te ondergraven, ze lieten daarvoor grote woorden en lange volzinnen opdraven, ze kakelden iets over afspraken en ethiek, het leek wel een heuse aanval van vogelgriep, ze werden van de uitspraken van die Pastoor zo maar ziek, dat komt omdat hij is niet van hun kliek.

Want Pastor zegt wat hij denkt en in het kabouterland zonder verstand is deze vrijheid aan banden gelegd, dat hadden ze hem toch vaak genoeg gezegd, anders kwamen er van hun bizarre idealen niets terecht. Ze wilden die mollen en trollen toch zo gaarne hun kunstjes leren, ook al wilden die niets van de kabouters weten, dat was men gemakshalve even vergeten, men tooide zich spontaan met pek en veren om die Pastor voor ééns en altijd onder te smeren.

In de Kabouterraad kwam de Vlucht Voor Daden Burgermeester Opstelten vaderlijk preken, dat deed hij ook als kind altijd al, want dat klinkt zo mooi die holle bolle gijs retoriek, want dit kabouterlandje is door en door doodziek, alleen de mollen en trollen vieren feest maar niemand in kabouterland ziet de ware tijdgeest.

Pastor had gelijk, sterker nog hij zei wat 75% van het kabouterland dacht, maar hij was één belangrijk ding vergeten, ook Kabouter Pim deed zo’n ding en die verdween pardoes van het toneel, want ook die zei volgens de opzittende en pootjes gevende pluchekabouters te veel.

Ergens was er een heks Eucalipta die hem in de ban deed en door een fruitvliegje adept werd hem met enkele kogels het verdere spreken ontzegd, want zeggen wat je denkt en ook nog doen wat je zegt, dat is een gevaarlijk en ongezond onderwerp in kabouterland.

De werkkabouters, de ploegers en zwoegers waren het massaal met Kabouter Pim eens en ook kabouter Pastor mag zich beroepen op het feit dat hij datgene zegt wat zei denken en zeggen, maar de kabouters van de PrvdA zagen hun kans schoon en storten gezamenlijk met de Groene Labbekakkers en het Chaotisch Domme Alternatief hun onverdeelde hoon en spraken op boze toon, dat kabouter Pastor niet langer op het pluche mag zitten, want met die Pastor konden zij echt niet lekker ongestoord verder pitten.

Nu ze hem in de ban hebben gedaan, hopen ze dat de trollen en mollen niet verder hun sociaal liberaal christelijk groene desolaatcratie uithollen, ze gaan met de mollen en trollen in conclaaf en tonen zich braaf als slaaf, want in het grote kabouterbos zijn ze de pluchekabouters gek op het alles verstikkende epos van deze ongeïntegreerde mollen en trollen, ze zijn zo gezegd van god los en drinken gedwee met hen een kopje thee, daar doet Pastor niet aan mee.

Wat is dat, vrijheid van denken, vrijheid van spreken ze gaan in kabouterland niet samen, want je mag alleen politiek correcte volzinnen uitkramen en vooral niets zeggen over de religie van trollen en mollen die langzaam maar zeker het kabouterland uithollen en menigeen met hun wangedrag, hun daden en hun aanslagen het bloed doet stollen.

Kabouter Pastor verliet met opgeheven hoofd het groot kabouterhuis, de tegenstanders brulden trots als een overspannen muis, maar in de in de wijken van mollen en trollen hoorde je al geruis, ze wilden meer en meer, want zo gaat dat vaak met gespuis en wiens kop moet dan straks weer rollen, wanneer laten de pluchekabouters weer met zich sollen door de mollen en trollen.

Overal in kabouterland zitten opperkabouters aan het roer zonder verstand, ze hebben bekende namen, ze zitten onzinnige plannen te beramen, over intergratie, zorg, begeleiding, ze leven mee met de vandalen en lamstralen die een verziekte sfeer in de kaboutersteden bepalen en ze laten de werkende, zwoegende kabouters de kooltjes uit het vuur halen, die mogen de tol betalen.

De tol van het vol zijn, de tol van de terreur, de tol van omgekeerde discriminatie en zo gaat een kabouter natie naar de bliksem, maar ik zeg niks, ik zeg niet wat ik denk, sterker nog ik denk helemaal niets meer, dan doet het kabouter leven minder zeer en misschien verdwijnen straks de mollen en trollen vanzelf en komt er een mooie elf die met haar toverstaf mijn kabouterland weer terug gaf, maar ja ik ben dan ook echt maf.

Tidak ada komentar:

Posting Komentar