De mythe van de krentenbol

Een krentenbol en een vruchten sapje daarmee win je geen etappe, wie de schier onmenselijke prestaties van de wielrenners aanschouwd en gelooft dat dit allemaal mogelijk is op wat suikers, koolhydraten en vitamientjes die moet nodig eens zelf op een fiets stappen en proberen met bijna 50km p/u 250km te overbruggen met een temperatuur van boven de 30º of een Alp te bedwingen, maar dan wel een paar dagen lang.

We willen helden, mensen die het schier onmogelijke presteren, die records breken, hoger, verder, harder, sneller kunnen dan normale mensen, die pijn kunnen verdragen, die extreme omstandigheden en situaties de baas kunnen, we willen de (half)goden zien die afdalen van de Olympische berg en zich onder ons begeven.
De winnaars zijn de helden, de verliezers zijn slapjanussen, de net niet winnaar komt slechts als een voetnoot, maar de winnaar dat is de man of vrouw die heel even geschiedenis schrijft en de vette premie pakt, die roem en eer ten deel valt.

Allang vechten de gladiatoren van het ijs, de sintelbaan, de kasseien, het graffel, de grasmat of het waterbassin niet meer voor een vetleren medaille of een vergulde beker, zij vechten voor hun inkomen, voor de sponsors, voor de industrie en het gaat meestal letterlijk om miljoenen.

Deze sponsors eisen prestaties, ze willen scoren over en met de naam van de held, daarvoor geven ze hem of haar zoveel geld, geld dat hen in staat moet stellen, nog meer winsten te boeken, meer Naams- en merkbekendheid te genereren en als de held maar presteert en hen niet blameert, dan is alles, nagenoeg alles
geoorloofd, maar zodra er ook maar iets nadeligs bekend wordt dan trekt men zich terug uit deze tak van sport.

Het hooggeëerde publiek, schreeuwt de kelen schor, ze aanbidden hun helden, zetten ze op een voetstuk en adoreren ze gelijk nationale volkshelden, men verwacht, nee eist dat de held presteert, anders wacht hem, haar of hen een striemend fluitconcert en gaat de duim naar beneden gelijk die van Nero tijdens de gladiatoren gevechten en eist men de kop van de snoodaard die het waagde om te verliezen, niet te presteren.

Sport is een miljarden industrie geworden, waarin techniek en de chemische en medische industrie hun tentakels allang geleden omheen hebben gesloten, het is een kat en muisspel geworden tussen de controleurs en de soigneurs geworden, zolang het niet ontdekt kan worden, mag men spuiten, slikken en prikken en anders probeert men wel ergens via wat geldelijke steun iets te schikken.

Alle takken van profsport zijn verworden tot een miljoenenbedrijf waarin de atleten slechts nog pionnen zijn, proefkonijnen van oppermachtige organisaties en sponsors die op voet van oorlog met elkaar leven, maar niet zonder elkaar kunnen, want de organisaties hebben geld nodig voor hun accommodaties, clubs, toernooien en leden en de sponsors hebben deze organisaties nodig voor hun reclame borden en contracten die geld, heel veel geld, via marketting en merchandising in het laatje brengen.

De atleet, de sportman of vrouw, die kan alleen maar winnen als ze slikken, want wie schoon en clean deelneemt kan beter thuisblijven, die haalt nimmer de echte top, die komt net dat beetje extra te kort, die lijdt pijn, die zal nimmer de éérste zijn en dus zoeken zij hulp, die ze ook ruimhartig krijgen en zo is de sportieve prestatie verdrongen en vervangen door preparaten en apparaten die die extra honderdste seconde uit het lijf perst.

We hebben de Tour de France gezien, maar ook de toestanden in Italie en Duitsland, met omkopingsschandalen, hardlopen, sprinters, marathons, ach iedere sporter komt vroeg of laat met deze verloedering in aanraking en niemand zegt NEE ik doe daaraan niet mee, want eer, roem en glorie en een vette bankrekening liggen in het verschiet.

Het grote publiek maakt ook de sport ziek, we willen geen gewone winnaars, geen mensen van vlees en bloed, maar godenzonen, die ver boven ons uitstijgen, die prestaties leveren die ons doen sidderen en beven, die knokken en vechten gelijk de oude gladiatoren, de dood of de gladiolen en wij zitten lekker thuis voor
de buis, of schreeuwen als gekken achter de dranghekken of op de tribunes onze helden toe.

We gniffelen over een gelukte sliding, die iemands benen kunnen verbrijzelen, we veren op als iemand in het ravijn of in prikkeldraad stort en verder fietst, we juichen als de aangeslagen bokser onverwacht helder wordt en zich op zijn tegenstander stort, we gaan uit ons dak als de held weer een record brak, maar we willen niets weten wat ze daarvoor moeten eten.

Hypocriet, ja dat zijn we allemaal, want wie wil nu in een shirt gezien worden van een looser, van een net niet winnaar, ook al is die zo clean als een pas geboren baby. Brood en spelen, de oude Romeinen wisten het al en ook nu is dat het geval, geef het volk helden en je kan ze nagenoeg alles op de mouw spelden.
Vol ongeloof zijn we ziende blind en doof voor de werkelijkheid, we willen alleen de helden toejuichen en niet onze hoofden over de problemen buigen.

Want vergis u niet al die geïnvesteerde miljoenen in sponsoring en reclame contracten mogen u en ik betalen, om de vette premies aan de teams en atleten maar even niet te vergeten. Het hooggeëerde publiek betaalt zich groen en geel aan kaartjes, aan de merchandising en ook aan het prijskaartje van de sponsors hun producten en zo betalen we zelf uiteindelijk het bittere gelag van datgene wat niet mag voor straf.

De mythe van een krentenbol, ach doe me een lol en hou dat verhaaltje nu eens en voor altijd niet vol, bedenk het zijn mensen van vlees en bloed, maar onthoud goed, het is echt niet de krentenbol die hen zo bovenmenselijk presteren doet.

Sporters zijn geen fantoom, maar waar men barbertje wil laten hangen, vergeet men de werkelijke boeven te vangen, want wie verdienen er het meeste aan, wie wassen hun handen in onschuld, wie zijn het toch keer op keer die mooie verhalen van eerlijke en gezonde sport in de media aaneen lult, ja dat zijn de rattenvangers,
de echte grootverdieners, de krokodillentranen grieners, zij vullen hun zakken en laten u en mij, maar ook de sporters met de kater zitten.

En binnenkort mogen we ons verheugen in een politieke boycot van de regenten voor het EK voetbal, want ineens weet men zich te distantiëren van een verderfelijk systeem in de Oekraïne, dat schijnbaar zo maar uit de lucht is komen vallen, kijk ook dat is topsport, de struisvogelpolitiek en het morele aspect ineens op een ander zijn bordje leggen, maar dat hoef  je onze politici niet uit te leggen.


Tidak ada komentar:

Posting Komentar